Start­bouw sub­si­die kan op kor­te ter­mijn bouw van be­taal­ba­re huur­wo­nin­gen sti­mu­le­ren

8 mei 2023

In de Voorjaarsnota van het kabinet (28 april 2023) worden verschillende herzieningen van de begroting gepresenteerd die betrekking hebben op de woningmarkt. De belangrijkste hiervan is de Startbouwimpuls, waarmee de Rijksoverheid tracht om startklare bouwprojecten niet stil te laten vallen. De regeling kent grote gelijkenissen met de 'Tijdelijke Stimuleringsregeling woningbouwprojecten' uit 2009, ook wel bekend als de 'van der Laan subsidie'. Met de impuls is 250 miljoen euro gemoeid, waarmee op korte termijn verschil kan worden gemaakt in de bouwproductie. Op de langere termijn is het beloofde bedrag echter niet genoeg om voldoende betaalbare huurwoningen te kunnen bouwen. Capital Value raamt dat er zeker een verdubbeling van het budget nodig is om de 40.000 huurwoningen die in 2022 vertraagd zijn toch te kunnen bouwen. 

Startbouwimpuls is geen nieuw geld
Om de stagnatie op de nieuwbouwmarkt tegen te gaan heeft het ministerie van BZK besloten om gereserveerde gelden uit het Woningbouwimpulsprogramma (WBI) voor de komende jaren naar voren te halen. In feite betreft het dus geen nieuwe subsidie, maar een zogeheten 'kasschuif' waarin geld uit toekomstige rondes van het WBI naar voren is gehaald. Voor de korte termijn is de aangekondigde 250 miljoen euro 'startbouwimpuls' een belangrijke stimulans voor de woningbouw. Dit betekent echter dat de subsidiemogelijkheden voor projecten in de komende jaren hierdoor soberder zijn geworden.

De startbouwimpuls kan worden aangevraagd door gemeenten waar de bouw van nieuwe woningen dreigt stil te vallen. Het doel is om projecten die door de verslechterde economische omstandigheden stil dreigen te vallen, toch door te laten gaan. Er zijn twee voorwaarden voor een aanvraag uit de startbouwimpuls: mogelijke planoptimalisaties moeten al hebben plaatsgevonden en het bestemmingsplan moet onherroepelijk zijn vastgesteld. Naast de 250 miljoen euro voor de startbouwimpuls wordt via dezelfde methode nog eens 300 miljoen euro naar voren gehaald om de bouw van flexwoningen te stimuleren.

Startbouwimpuls kan missende puzzelstukje zijn op woningbeleggingsmarkt
Veel woningbouwprojecten zijn de afgelopen anderhalf jaar financieel onhaalbaar geworden als gevolg van een samenkomst van stijgende bouwkosten, hoge grondprijzen, stijgende kapitaalmarktrente en de regulering van het middenhuursegment door de Rijksoverheid. Marktpartijen spannen zich in om projecten toch doorgang te kunnen laten vinden, maar uit eerder onderzoek van Capital Value bleek dat de bouw van zo'n 40.000 woningen in 2022 alsnog vertraagd is als gevolg van de bovengenoemde omstandigheden. Met name voor betaalbare huurwoningen kan de startbouwimpuls daarom het missende puzzelstukje zijn om toch te kunnen beginnen met bouwen.

250 miljoen euro is niet voldoende, ruim het dubbele is nodig
Met de hedendaagse bouwkosten is de verwachting dat er circa 15.000 euro per woning nodig zal zijn om de bouw hiervan voort te kunnen zetten, en daarvoor is de startbouwimpuls van 250 miljoen euro niet voldoende. Om de 40.000 vertraagde woningen te realiseren is ruim het dubbele, zo'n 600 miljoen euro, nodig om alle projecten alsnog doorgang te laten vinden in de komende twee tot drie jaar.

Marijn Snijders, algemeen directeur Capital Value: ''Wij zijn verheugd dat er nu ook stimulerende maatregelen zijn voorgesteld ter ondersteuning van vastgelopen bouwprojecten. Het is van cruciaal belang voor de woningmarkt en het groeiend aantal Nederlanders om een bouwinfarct te voorkomen. Als we meer betaalbare woningen willen is verdere vertraging geen optie.''

Naar nieuwsoverzicht